In Amerika werd alweer een zwarte jongen vermoord gewoon omdat hij bestond. Ondertussen staat een menigte te schreeuwen dat ze naar de kapper willen, en sterven er nog steeds mensen aan het coronavirus omdat wij ons niet aan simpele regels kunnen houden. Al dat nieuws vervalt echter in het niets bij het belangrijkste topic van de week: zangeres Adele is goed bezig, want ze is een heel aantal kilo’s kwijt. Ik zou een lijstje willen maken van alles wat ze verwezenlijkt heeft dat los staat van haar gewicht, maar dat kan niet meer, want de autofill van mijn Google search blijft steken op Adele diet, Adele 2020, Adele weight. Fuck Grammy’s, records en talent; eerlijk, wat is dat ook waard?

Ik heb het er ondertussen zo wel wat mee gehad. Veel mensen denk ik, maar begin maar eens in je eentje een maatschappelijke revolutie. Ik doe mijn best, want preken en mijzelf horen praten zijn toevallig twee van mijn favoriete dingen, maar ik weet niet of ik niet gewoon beter op dieet zou gaan en mijn mond zou houden. Ik denk vaak dat we echt goed op weg zijn om van die toxische schoonheids- en dieetcultuur af te raken, maar net zoals met mijn hoop voor de wereld word ik hier voorgelogen door mijn zorgvuldig gecreëerde vrienden- en sociale mediabubbel. In mijn hoofd en op mijn tijdlijn bestaan detoxthee-influencers en fitgirls niet meer, maar binnen vijf minuten Too Hot to Handle sta je weer met beide voetjes op de grond. 

Quarantaine is voor veel mensen en om veel redenen kut geweest – ik heb het nu duidelijk over mensen zoals jij en ik, die van thuis werken en een dak boven hun hoofd hebben, en internettoegang voor crisp memes en sociaal contact kunnen gebruiken. Wij die verzuipen in de privileges, maar het daarom niet ook eens ferm lastig kunnen hebben. Ik ben zowat verzopen in mijn tranen, en soms was dat omdat ik dacht aan eenzame oude mensen, soms was dat omdat ik me zelf eenzaam voelde, en heel vaak was dat om alle quarantainekilo-berichten. Wie heeft dat zelfs verzonnen, quarantainekilo’s? Walgelijk. De veel te aanwezige boodschap tijdens deze lockdown: als je het nu niet doet, dan ligt het gewoon aan jezelf. Je hebt wel tijd, maar geen discipline. Loser. Ik heb nog altijd geen boek geschreven. Ik ben ook weer bijgekomen in plaats van eindelijk die perfecte slanke vorm aan te nemen – een lichaam dat slechts een hardgekookt ei en een tas soep van mij verwijderd is. Dikke loser. 

Ik weet dat ik het al vaak gezegd heb, maar als je nu op dit eigenste ogenblik moest beslissen wat het énige adjectief is dat mensen nog mogen gebruiken om jou te beschrijven, zou het dan mager zijn? Kleinste broekmaat? Kan zitten zonder dat er in theorie een verloren chipke in de plooi van je buik zou kunnen zitten? Nee toch? Het zou toch slim, grappig, empathisch, vrijgevig zijn? Zwijg mij ook van mooi, het woord onlosmakelijk verbonden met mager. Fuck mooi. Mooi zijn we allemaal. 

Het probleem is dat ik er de laatste tijd niet helemaal meer van overtuigd ben dat dat waar is. Ik ken op dit moment niemand die niet op en neer zou springen bij het idee van een maak-mij-mager-knop. Ik word nochtans omringd door slimme en strijdvaardige mensen, maar deze coronacrisis – een tijd waarin we net ons lichaam zouden moeten omarmen en dankbaar zijn voor hoe gezond het is – heeft mij de das omgedaan. Ik geloof dat een deel van jezelf gedefinieerd wordt door de interacties die je dagelijks met mensen hebt; ik maak iemand aan het lachen, ik hou de deur open voor een collega, ik treuzel bij het opstappen van de trein zodat de sprinter er nog bij kan springen. Nu dat er niet meer is, is er in mijn geval enkel ik, de grote spiegel in mijn slaapkamer, en de meningen over mijn lichaam die ik nu al uit bepaalde mensen hun mond hoor vallen. Wees maar zeker dat ik weet op welke vierkante centimeters het licht net goed valt zodat de putjes in mijn billen onzichtbaar blijven. Ik heb het hier echt mee gehad.

Ik haat dat ik de laatste week elke dag ben opgestaan en mezelf hebben moeten wijsmaken dat ik veel meer ben dan het knopje van mijn jeansbroek dat niet meer dichtgaat. Dat ik met tranen in de ogen mezelf moet oppeppen met miniTED-talks over de geweldige dingen die ik in mijn leven al gedaan heb. Dat dit stuk in mijn leven evenveel waard is als de rest die al geweest is en nog komt, ook al zijn er heel veel secties aan mijn lijf die afzonderlijk bewegen als ik wandel. 

Ik heb geen zin in het einde van deze quarantaine. Ik wil niet teruggaan naar het dorp waar ik ben opgegroeid, goed wetende dat sommigen daar nooit hun zinnen beginnen met “Laurien werkt nu bij VRT”, maar eerder met “Laurien is ook veel verstruist.” Adele is nu ook mager, en ik heb het echt helemaal gehad. Elke traan die ik laat, is het product van een maatschappij die niks dan een gestandaardiseerde versie van schoonheid van mij verlangt, en ik weet dat ik tot het einde van mijn dagen er alles aan ga doen zodat geen enkel meisje ooit nog opgroeit met het idee dat haar eigenwaarde omgekeerd evenredig is met het cijfer op de weegschaal. Dit is een gevecht dat ik ga winnen, echt. Ik heb nu gewoon efkes een minuutje nodig.