Ik ben een notoir veel-willer. Ik hou niet altijd van het leven, per se, maar ik sta mezelf wel toe er hoge verwachtingen van te hebben. Ik vind het heel standaard af en toe gelukkig te willen zijn, langer dan de smelttijd van een verloren chocolaatje dat ik nog in de kast vond; te lachen om iets, oprechter en met minder cynisme dan om de verkniptheid van de staat van de wereld; een keer een nacht te slapen en ‘s ochtends wakker te worden in een realiteit die even hard de moeite is als de droom die ik net had. Toegegeven, meestal zijn mijn dromen absurd en niet levensvatbaar, maar soms loop ik in een zijden pyjama door de met goud beklede lobby van een peperduur hotel, recht in de armen van de liefde van mijn leven, en dan is er enkel droefheid wanneer ik wakker word. Dan raap ik mijn versleten peignoir van de grond, slof ik door de gang waar op het einde een foto van een rauwe kip op een bierblik me begroet, recht naar de waterkoker waarvan de aan-knop het ook niet meer ziet zitten. Vandaag is alweer een dag.
Ik ben niet echt een optimist. Ik lach heel veel, graag, luid, inclusief de occasionele knor, maar ik ben in mijn hart eerder Morticia Addams dan Dolly Parton. Qua uiterlijk dan weer een lugubere combinatie van de twee, maar dat is een potje dat we een andere keer zullen opentrekken. Ik heb enorm veel respect en bewondering voor de menselijke equivalenten van bloemenprint en de geur van versgebakken ronde rozijnenkoeken (sue me), maar ik kan het zelf niet opbrengen. Ik kan me zelfs niet inbeelden hoe ze het doen. Mijn theorie: pastis, seriemoorden, en de onvoorwaardelijke liefde van een maltezer. Ik drink liever gin, en ik wil geen hond die vaker naar de kapper gaat dan ik. Daarenboven, die commentaar op de zinloosheid van het leven gaat zichzelf niet schrijven, en iemand moet het doen. Graag gedaan.
Het is dag tien van mijn semi-zelfopgelegde qwarenteine. Ik was vrij na de eerste negatieve test, maar uit voorzorg ben ik nergens geweest behalve de supermarkt. Alsnog positief testen op dag zeven is niet uitzonderlijk, en hypochonder dat ik ben, voelde ik mijn longen al ineenkrimpen bij het woord hoogrisicocontact. Minder dan een etmaal heb ik genoten van de bevestiging van Sciensano dat mijn verhoogde cholesterol geen covidvormige vriend gemaakt had, want daar kwam een nieuw coronalert. Voor wie zich afvraagt of ik die desbetreffende vierentwintig uur aan elke voorbijganger gelikt heb om zoiets te verdienen: dat spreekt voor zich. Of het gaat om een samenwoonverhaal; kies zelf maar wat je het meest plausibel lijkt. Ik heb nog een dag of drie te gaan vooraleer het verdict valt of ik er nog eens tien mag aan toevoegen, of of ik opnieuw thuisblijf omdat ik dat zelf wil.
Weet je nog een lockdown of negen geleden, toen iedereen en masse brood bakte, en zelfingenomen verhalen postte op Instagram over dan maar Russisch leren, en YouTubecursussen Fruit Drogen en Fermenteren volgen? Hoe je tegelijkertijd geïnspireerd en doodsbang werd van een rondje sociale media, want jij was helemaal geen boek aan het schrijven of een TikTok-kanaal gestart? Hoe toen het water je aan de lippen stond, maar je desondanks elke dag voortploeterde, probeerde te zwemmen, een reddingsboei voor jezelf en anderen te zijn? Dit is dat, maar op de een of andere manier nog erger. Ik zie geen gebak of online lessen meer verschijnen. Ik hoor enkel mensen die het niet meer zien zitten, die eenzaam en gefrustreerd zijn, die zich niet kunnen concentreren en wilden dat ze de dag konden spenderen in de lobby van het peperdure hotel in hun dromen. De enige komt-goeds die ik nog hoor worden aarzelend geuit in gesprekken waarbij conversant 1 het luidop en oprecht heeft durven uiten dat het echt niet meer gaat, en conversant 2 – die zich net zo voelt – ineens de druk ervaart het voor conversant 1 beter te maken. God verhoede dat op hetzelfde moment ook nog conversant 3 opduikt die het weer niet kan laten te beginnen over hoe Amy K2 zoekt K3 had moeten winnen. Het gaat hier om echte problemen, conversant 3. Daarbij weet iedereen dat Julia de beste was.
Ziek zijn, mensen die je graag ziet die ziek zijn, geen werk meer hebben, alleen zijn, je sociale afspraken zien wegvallen, thuiswerken, thuiswerken met kinderen, en dan nog eens de moed erin houden. Productief zijn. Nuttig zijn op het werk en in het leven. Mij is het niet aan het lukken. Waar zijn de mensen die bij hoog en laag zweren dat kristallen de wereld kunnen veranderen? Nu is een goed moment om het te bewijzen.