Het is gebeurd. Na veertien dagen voorzichtigheidsquarantaine, kwam de onvermijdelijke melding dat ik er nog eens tien aan zou moeten toevoegen. Het was een mirakel geweest had ik de karenona nergens opgepikt, maar een deel van mij fantaseerde al over mijn telefoongesprek met viroloog Van Gucht over hoe ik de oplossing had (en was) tegen de verspreiding van het virus. Steven, zou ik zeggen, het zit hem allemaal in een compleet gebrek aan respect voor de schijf van vijf, en een doos vitamines van de apotheek. Nu blijkt dat ik die verwachte immuniteit toch niet ter mijner beschikking heb, wou ik dat ik de afgelopen week iets anders gegeten had dan wit brood met boter en sintchocolade, maar laat ons eerlijk zijn, koroon of niet, ik had het altijd zo gedaan. Het is tenslotte maar twee keer Sinterklamaarten. 

Ik heb het geluk fysiek in een nogal oké staat te verkeren, een beetje te vergelijken met de scooter die je op je veertiende uit de diepe krochten van je grootvaders werkplaats opdiepte. Hij maakt altijd een sputterend geluid bij de start, soms valt hij stil om geen reden, maar na een degelijke onderhoudsbeurt kan hij wel weer de straat op. Geef het een dag of tien voor hij opnieuw de publieke ruimte kan betreden. Dit is echt een heel specifiek voorbeeld, maar het past gewoon zo mooi in mijn leven, niet in het minst omdat er op die brommer uiteindelijk evenveel gereden is. Ik bespaar mezelf de uitdrukkelijke vermelding van getallen, maar heb je mij zelfs ooit al op een brommer gezien? 

Om de gaten te vullen tussen dutjes en Twilight-films (ik ben verheugd te kunnen meedelen nog steeds volledig Team Edward te zijn, al heb ik wel film II en III geskipt waaruit je waarschijnlijk moet leren dat Edward geconstipeerd en gemeen is, en Jakob een zachtaardig wolfmens) ben ik opnieuw aan het bumbelen geslagen. Ik weet ook niet waarom; voor het tijdverdrijf, de egoboost, om me eraan te herinneren dat de verlossing nabij is, of misschien om mezelf te verhinderen dat ik een bericht stuur naar die ene persoon van wie ik wel wil horen – maar dat zal ik nooit toegeven. Ik heb een paar leuke gesprekken gehad, maar het is moeilijk om zoiets aan de gang te houden. Je moet het wel echt willen, en daar krijgt de Edward-Jakob-Bella-driehoeksverhouding dan altijd de bovenhand. Toch heb ik aan twee mensen mijn nummer gegeven – een whatsappje doet geen zeer – maar de ironie is dat die gesprekken zo mogelijk nog sneller doodbloeden. Het is alsof het uitwisselen van half-persoonlijke gegevens wel van genoeg inzet getuigde, en we nu met een gerust hart tegen de bomma kunnen zeggen dat online daten gewoon te moeilijk is. Dat is toch hoe ik het aanpak, ik weet niet jij. 

Veel mensen vinden het vreemd om nog ordinaire sms’jes te sturen, en verkiezen Instagram boven fotoloze teksberichten. Het is catfish-gewijs zeker veiliger te kiezen voor communicatie via sociale media, maar ik vind het oprecht heel vervelend als ik onbekende mensen moet toelaten in mijn zorgvuldig gecureerde Instagrambubbel. In mijn tijdlijn bestaan detoxthee-influencers niet, zijn er geen reality-tv-sterren/modellen/face cream brand ambassadors, en passeren er zelfs geen mensen die ik lichtjes irritant vind. Dat is het mooie eraan, je hoeft helemaal niemand te zien die je niet oprecht leuk vindt. Als je iedereen begint te volgen waar je een gesprek mee hebt op een datingapp, is je hele Instagram gewoon een kerkhof voor alle dates die er nooit van gekomen zijn met mensen die je waarschijnlijk toch niet zo tof vond.

Er is natuurlijk altijd de ontvolgknop, maar dat doe je ook niet, want dat is wel erg hard, en het was niet alsof jullie elkaar niet konden uitstaan, vandaar het volgen in de eerste plaats. Nu bestaan jullie enkel nog in elkaars internetkring, en heb je het geluk de volgende jaren op de eerste rij te kunnen zitten van koppelfoto’s, verlovingen, en veel te uitgebreide zwangerschapsaankondigingen. Ik ben nog Facebookvrienden met mijn eerste kus. Ik kan me zijn naam zo gauw niet voor de geest halen, maar ik weet dat ik foto’s van zijn eerstgeborene gezien heb. Het is tegelijk grappig en verontrustend hoe sociale media in staat zijn elke connectie die je ooit gemaakt hebt, te bewaren. Ik ben oprecht blij voor ieders gevonden geluk, maar vertel mij waarom ik zou kijken naar de echografieën van iemand met wie ik lang geleden op een festival heb gemuild? Stuur mij maar gewoon een sms, mijn contactenlijst is sowieso al een containerpark van niet-opgeslagen telefoonnummers. Same phone, who dis?