Meteen nadat ze op de wereld gedropt wordt, krijgt een meisje, naast heel veel roze shit, ook meteen een resem opdrachten cadeau: je moet mooi zijn, zorgend, lief, meegaand, gehoorzaam. Een toegeving? Het geeft niet als je een beetje klunzig bent. Vanzelfsprekend liever niet met kinderen of een zelfgemaakte taart onderweg naar de oven, maar een klein beetje wiebelig zijn, zoals een babygiraf die leert stappen, is echt wel schattig. Als je kan balanceren op de dunne lijn tussen ‘ik ben een functionerend mens’ en ‘red mij, stoere prins’ ben je oprecht heel goed bezig. Bonuspunten als je ooit je enkel verzwikt en meteen in de armen valt van je toekomstige man, die ook nog eens dokter blijkt te zijn.
Ik hoef het niet te expliciteren dat ik dat allemaal dikke zever vind. Het mag echt al eens gedaan zijn met hulpeloosheid te marketen als een begeerlijke eigenschap. Als je een kluns bent, dan is het zo, maar ga alsjeblieft niet doen alsof je altijd supersexy met je hoofd tegen een lantaarnpaal knalt of je glazen water altijd toevallig recht in het decolleté van je witte t-shirt terechtkomen. Je maakt er het hele matriarchaat mee ten schande, en nog het meest mensen zoals ik die oprecht dikke sukkels zijn. Er wordt verwacht dat alles wat mij overkomt, recht uit een roman komt. Er is niks, echt helemaal niks, romantisch aan een dikke buil op je voorhoofd omdat je de koffer van de auto op je hoofd gekregen hebt. Toegegeven, dat was eigenlijk mijn moeder haar schuld, maar ik stond er toch weer onder. Dixit mijn ma, uiteraard.
Deze week was een ongelukszevendaagse van epische proporties, en ik ben al gewoon dankbaar dat ik er geen gebroken been aan heb overgehouden – laat staan een lief. Ik had moeten weten dat onheil voor de deur stond toen ik maandagochtend slaapdronken de onderste trede van de trap miste. Het scheelde niet veel of ik had daar en dan mijn enkel gebroken, en er was niemand om me op te vangen behalve de koude tegels in de gang. Stel je voor dat ik nu de dokters van de spoedafdeling zou moeten lastigvallen met mijn gebrekkige coördinatie. De schande.
Zelfde dag, enkele uren later, kreeg ik telefoon van een mij onbekend nummer. Het is een impopulaire mening, maar ik bel supergraag, dus in het algemeen neem ik graag en enthousiast op. Ik zal nooit één van je stofzuigers kopen, of van internetprovider veranderen, maar dat wil niet zeggen dat ik geen minuutje tijd voor je heb. Die tragische maandag begon de persoon aan de andere kant van de lijn haar zin met: “Dag mevrouw, het is om een overlijden te melden.” Het behoeft geen uitleg dat mijn hart mij in de schoenen zonk. Blijkt dat mijn nummer van het werk nog verbonden is met de oude sociale dienst, en dat het ging om een oud-medewerker die bless him op zijn 95 het tijdelijke voor het eeuwige had ingeruild. Misschien volgende keer gewoon je gesprek beginnen met: “Ben ik bij de sociale dienst?” ‘t Is niet omdat ik mijn hart niet per se veel gebruik, dat ik er niet aan gehecht ben. Ik heb de rest van de dag gehuild. Rare tijden.
Dinsdag zag ik het leven ongeveer weer zitten, woensdag voelde aan als een goede dag. Eén van mijn nieuwe hobby’s is kopjes koffie maken die ik niet noodzakelijk opdrink, gewoon omdat ik dat gezellig vind. Het is trouwens maar goed zo, ik denk dat mijn maagwand bijna opgelost is door de zwarte koffie uit onze lekkende Senseo. Soms smaakt het alsof iemand mijn tas stiekem gebruikt als asbak wanneer ik niet kijk; het feit dat geen van mijn twee huisgenoten rookt, maakt dat alleen maar angstaanjagender.
In de namiddag maakte ik mijn opkikkerkoffietje, meer uit symboliek dan wat anders, en kreeg het toch driekwart leeg vooraleer ik het omstootte op mijn computer. Ja, dat lees je goed. Ik voelde blijkbaar de redelijk zinloze nood mijn troost te delen met mijn elektronica. Dom natuurlijk.
Ik heb alles gedaan wat het internet me vertelde: meteen uitschakelen, zachtjes heen en weer schommelen om de vloeistof eruit te krijgen, de haardroger erop op de koudste stand, en dan in een omgekeerde V-vorm op een warme plek zetten. Het heeft niet mogen zijn. Requiescat in pace, mijn mooie HP met zijn melodisch toetsenbord. Het leukste van al? De dag erna stond ik op van mijn bureau, onbewust van de koptelefoon nog steeds op mijn hoofd, en besefte ik net te laat dat die draad, eens opgespannen, ook wat schade kon aanrichten. De pas geïnstalleerde vervangcomputer ontsnapte maar net aan de zondvloed veroorzaakt door het glas water op de hoek van mijn tafel. Gelukkig pas ik ondertussen de social distancingregels ook toe op mijn elektronica en kwam ik er alweer met drie tranen en een milde hartaanval vanaf.
De dagen erna viel een onderdeel van de beruchte koffiemachine in mijn versgezette tas, liet ik een hele kan water vallen op het aanrecht, goot ik de wijn meer naast mijn glas dan erin, en kletste ook mijn puree de grond op. Ofwel ben ik zo aantrekkelijk dat de zwaartekracht gewoon een beetje extra bij mij wil zijn (ik ken wel nog een paar dingen opnoemen die iets te onderhevig zijn aan deze kracht van de natuur), ofwel ben ik gewoon de überkluns, de meest ongecoördineerde sukkel, de prutser zonder grip. Ik mis anti-slipstickers in de badkuip van mijn leven.
Laat mij dus alsjeblief gerust met het idee van lieve, klunzige meisjes. Klunzige meisjes kunnen je ook de ballen van het lijf willen scheuren. Wij zijn niet per se schattig, naïef, omkoopbaar of onnozel. Misschien gewoon wat afgeleid, op z’n meest.
Waar haal je het toch steeds weer Laurien…..😂
LikeLike
Maaaaaybe het beste stuk dat ik al van je gelezen heb. Meer van dat! We need this shit while things are still shit.
LikeLike
Moh! Hoe lief is dat! ❤️ alles oké nog bij jou?
LikeLike
Gemeend! En alles oké hier. Een beetje melodramatisch soms (“dit had het beste jaar van mijn leven moeten zijn”) maar niks dat tijd en boterhammen niet kunnen fiksen.
LikeLike