Heel af en toe gebeurt er iets uitzonderlijks in de wereld: een genie wordt geboren, een magistraal kunstwerk wordt afgewerkt, een knappe man stelt mij een vraag. Dat laatste lijkt niet meteen in het rijtje thuis te horen, maar geloof me vrij, er worden meer Mona Lisa’s geproduceerd dan dat er keren zijn dat aantrekkelijke mannen mij aanspreken. Ja, dat is best wel triest, en nee, ik doe helemaal geen efforts om daar verandering in te brengen want ik ben een luie doos die liever online zaagt over haar liefdesleven dan er actief iets aan te veranderen. Ieder zijn ding. 

Ik hoef er niet bij te zeggen dat het al lang geleden is dat ik nog eens een poging ondernam met iemand te flirten. Als je ooit iets van mij leest, weet je dat het al een ~immens lange~ zes maanden is geweest sinds ik op mijn laatste date ging, en een nog langere 21 maanden sinds ik iemand ontmoette die ik halvelings de moeite waard vond – niet dat ik dat bijhoud op een trieste kalender, of zo. Ik hoef dus ook niet te verduidelijken dat mijn flirt-game er zeker niet op vooruitgegaan is. Ik bedoel, behalve het immense talent om elke situatie gruwelijk ongemakkelijk te maken, had ik al geen game om mee te beginnen. Gelukkig kan ik nog relatief aantrekkelijk knipogen, anders was het écht de moeite niet meer om buiten te komen. 

Deze bewuste Middag Dat Ik Alweer Een/De Liefde Van Mijn Leven Ontmoette, zag ik er gelukkig nogal aan de eerder goede kant uit. Bon, standaard ben ik vanzelfsprekend altijd en overal een 10, maar er zijn zo van die 10- of 10+ dagen, dat begrijp je. Ik ging met mijn collega’s om het standaard het-is-nog-een-uur-tot-we-gaan-eten-en-ik-verhonger-nu-al-soepje in de cafetaria, en waar het normaal altijd redelijk kalm is, was het nu superdruk. Ik wandelde net richting kassa, soep in de hand, tot een hemelse stem zei: “Welke soep is het eigenlijk?” Ik dacht niet dat de vraag aan mij gericht was, tot ik ze opnieuw en wel degelijk mijn kant uit hoorde gesteld worden. Ik draaide mij om, en stond zo ineens oog in oog met de schoonste man ooit. 

Natuurlijk, zoals ik het altijd keigoed doe in dit soort van meet cutes, stond ik eerst een volle mississippi aan de grond genageld voor ik ‘pastinaak’ zei. Er volgde een goedkeurende ‘hmm’, en dan, in plaats van mij als een normaal mens te gedragen, volgden er nog drie tergend trage secondes van gestaar tot ik zei: “Echt de meest underrated groente.”

Dus, om toch zeker te zijn dat je de setting begrijpt, ik sta op een halve meter van een superknappe vent die, mind you compleet toevallig, aan mij een vraag stelt, en ik, ik staar gewoon veel te lang naar hem voor ik praat over hoe pastinaak echt niet genoeg gewaardeerd wordt. Een halve seconde later heb ik dan eindelijk toch het verstand om gewoon door te lopen. Eerlijk, ik denk dat dìt de reden is dat ik single ben. Kutpastinaak. Ik zal nog eens een vergeten groente appreciëren. 

Bon, knappe man, mocht je dit toevallig ooit lezen en tegen beter weten in nog eens een gesprek met mij zou willen aangaan, we kunnen het ook nog altijd hebben over zoete aardappelen (compleet overgewaardeerd) en aardpeer (wat is dat zelfs?). Of over het weer, weet ik veel. 

Gelukkig gaat al de rest in mijn leven dan weer degoutant goed, anders was dit wel heel zielig.